Opinie: Intrinsieke waarde eigen vermogen bij echtscheiding zelden graadmeter voor economische waarde

Recentelijk waren wij als co-auteur betrokken bij de totstandkoming van een artikel dat geplaatst is in de januari-editie van het Tijdschrift Relatierecht en Praktijk. De tekst is geschreven door drs. Ph.M. van Spaendonck RV en Sman Business Value-partner Ir. A.B. Sparrius RV.

Het artikel met als titel “Waardering van aandelen in het kader van de gemeenschap van goederen” gaat in op een arrest van het Hof Den Haag. In dit arrest komt het Hof tot een opmerkelijk oordeel omtrent de wijze waarop aandelen moeten worden gewaardeerd bij de verdeling van een huwelijksgemeenschap. Vanuit waarderingsperspectief zijn bij dit oordeel de nodige kanttekeningen te plaatsen, temeer nu bij de gepubliceerde beschikking een ‘wenk’ vermeld is die een bredere toepassing beoogt. Kort samengevat betoogt het artikel dat (ook) voor de waardering van een onderneming in de context van een echtscheiding in het algemeen de ‘discounted cashflow-methode’ de meest geëigende is. Het feit dat in deze methode een aantal parameters slechts via schatting kan worden bepaald, zou er niet toe mogen leiden dat de rechter vervolgens de waarde van aandelen bepaalt op basis van de intrinsieke waarde van het eigen vermogen. Onze stelling is dat wanneer een onderneming gewaardeerd wordt, de intrinsieke waarde slechts bij uitzondering overeen komt met economische waarde.

Het artikel is meer dan lezenswaard voor juristen en andere geïnteresseerden in business valuation en familierecht.




Arjen Sparrius

Geschreven door Arjen Sparrius

Indien u meer informatie wilt over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Arjen Sparrius. Hij is bereikbaar via e-mail en +31 (0)20 3338630.

Arjen Sparrius (1962) studeerde bedrijfskunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. In 2005 werd hij Register Valuator. Als partner bij Sman Business Value is hij regelmatig betrokken bij waarderingsvraagstukken en bedrijfsovernames.
Meer over Arjen Sparrius >