Het belang van waarderingswerkzaamheden bij de bedrijfsopvolgingsregeling

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is een instrument in het Nederlandse belastingstelsel, ontworpen om de overdracht van familiebedrijven te vergemakkelijken en de continuïteit van deze bedrijven te waarborgen. Een cruciaal aspect in het proces van bedrijfsopvolging onder de BOR is het vaststellen van de waarde van het bedrijf. Sman Business Value staat familiebedrijven in dat verband regelmatig bij, en voert in opdracht van zijn klanten veelvuldig overleg met waarderingsspecialisten van de Belastingdienst over de waardering.

Wat is de bedrijfsopvolgingsregeling?

De BOR stelt ondernemers en hun erfgenamen in staat onder bepaalde voorwaarden een vermindering of vrijstelling van schenk- of erfbelasting te verkrijgen bij de overdracht van een onderneming binnen de familiekring. Dit draagt bij aan het behoud van bedrijven en de werkgelegenheid, terwijl het tegelijkertijd de continuïteit van Nederlandse familiebedrijven tracht te waarborgen.

De BOR voorziet erin dat bij schenking of vererving van een (deel van een) onderneming onder bepaalde voorwaarden gebruik gemaakt kan worden van vrijstellingen. Die vrijstellingen leiden tot een aanmerkelijk lagere heffing van schenk- of erfbelasting. De belangrijkste voorwaarden betreffen de bezitseis (minimaal 5 jaar voor schenker, 1 jaar voor erflater), en de voortzettingseis (ten minste 5 jaar voor de verkrijger). Waar gebruikelijk 20% belasting geheven wordt bij het schenken of vererven van vermogen bóven de reguliere vrijstellingen, wordt onder toepassing van de BOR de eerste circa€1,2 miljoen (2023) van het ondernemingsvermogen geheel vrijgesteld. Van het meerdere is nog eens 83% vrijgesteld van schenk- en erfbelasting, wat betekent dat 17% van het meerdere is belast. Uitgaande van het tarief van 20%, bedraagt de marginale belastingdruk dus slechts 3,4%. Voor zogenaamd beleggingsvermogen geldt geen vrijstelling (behoudens een franchise tot 5% van het ondernemingsvermogen).

Onzekerheid over voortzetting BOR

De BOR is in de periode tot 2022 politiek steeds meer onder druk komen te staan, gevoed door verschillende perspectieven op de effectiviteit en rechtvaardigheid van de regeling, met name gezien de mogelijkheid tot belastingontwijking en de vermeende ineffectiviteit in het waarborgen van de continuïteit van familiebedrijven. In zijn evaluatie van fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht, uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Financiën, concludeert het Centraal Plan Bureau in 2022 dat de vrijstelling in de BOR niet doelmatig is.[1] In ongeveer 75% van de onderzochte overdrachten waren er bij de erflaters, schenkers of verkrijgers immers voldoende vrije financiële middelen aanwezig om de belasting direct te betalen. In de overige gevallen zou een (ruime) betalingsregeling voor de overheid een goedkoper instrument zijn geweest om de continuïteit te borgen dan een vrijstelling. De algemene verwachting in de markt was dat de vrijstelling in de BOR op korte termijn zou worden beëindigd, dan wel zou worden versoberd.

Kabinetsplan voor aanpassing BOR

Recente ontwikkelingen hebben een ander licht geworpen op de toekomst van de BOR. Het kabinet heeft in het Belastingplan 2024 haar plannen gepresenteerd voor het behoud van de bedrijfsopvolgingsregeling, waarbij zelfs een gedeeltelijke uitbreiding van de regeling wordt voorgesteld.[2] De plannen hebben ten doel de fiscale regelingen voor bedrijfsoverdracht eenvoudiger, gerichter en beter uitvoerbaar te maken.

Het ondernemingsvermogen waarover de 100%-vrijstelling geldt wordt verhoogd, maar de vrijstelling daarboven wordt verlaagd. De verwachte wijzigingen tot en met 2025 zijn onderstaand weergegeven.

Wijziging BOR conform Belastingplan 2024 100% vrijgesteld ondernemingsvermogen Vrijstelling boven      drempelwaarde Marginale belastingdruk boven drempelwaarde
2023 € 1.200.000 83% 3,4%
2024 € 1.325.253 83% 3,4%
2025 € 1.500.000 75% 5,0%

 

De combinatie van bovenstaande ontwikkelingen impliceert dat familiebedrijven met een ondernemingsvermogen tot circa € 2,1 miljoen profiteren van de gewijzigde regeling, terwijl familiebedrijven met een hoger ondernemingsvermogen meer belasting moeten betalen in het geval van een bedrijfsoverdracht.

Voorts is een aantal verduidelijkingen geformuleerd waarmee wordt getracht eventuele discussies tussen de Belastingdienst en ondernemers te voorkomen.

  • Met ingang van 1 januari 2024 vallen onroerende zaken die ondernemers aan derden verhuren – zoals bedrijfspanden, huizen en akkers – per definitie onder het beleggingsvermogen en komen daarmee niet in aanmerking voor toepassing van de BOR.
  • De doelmatigheidsmarge, op basis waarvan beleggingsvermogen ten bedrage van maximaal 5% van het ondernemingsvermogen voor de BOR toch als ondernemingsvermogen kon worden aangemerkt, wordt per 1 januari 2025 afgeschaft.
  • Voor bedrijfsmiddelen met een waarde van meer dan € 100.000 die ondernemers ook privé gebruiken – bijvoorbeeld dure auto’s, vliegtuigen en boten – is vanaf 1 januari 2025 de vrijstelling van de BOR niet meer van toepassing voor het deel dat deze middelen privé worden gebruikt.

Bovenstaande ontwikkelingen onderstrepen nogmaals het belang van nauwkeurige waarderingswerkzaamheden bij de toepassing van de BOR. Een grondige waardering van het bedrijf is essentieel om de waarde van het ondernemingsvermogen nauwkeurig te bepalen.

Toekomst van de BOR

De recente plannen van het kabinet voor voortzetting en zelfs uitbreiding van de BOR (ten gunste van de kleinere familiebedrijven) doen vermoeden dat afschaffing van de BOR voorlopig niet aan de orde is. Binnen het huidige instabiele politieke speelveld blijft de BOR echter een onderwerp van discussie. Niet valt uit te sluiten dat in de komende jaren alsnog wordt besloten de omvang van de regeling in te perken. Wij adviseren bedrijfseigenaren en hun adviseurs deze ontwikkelingen nauwlettend te volgen en tijdig actie ondernemen bij eventuele veranderingen in de wetgeving.

[1] https://www.cpb.nl/evaluatie-fiscale-regelingen-gericht-op-bedrijfsoverdracht#

[2] https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belastingplan/ondernemers/bedrijfsopvolgingsfaciliteiten




Vincent Walrave

Geschreven door Vincent Walrave

Indien u meer informatie wilt over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Vincent Walrave. Hij is bereikbaar via e-mail en +31 (0)20 3338630.

Vincent Walrave (1993) studeerde Economie en Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn Master Financial Economics werd in 2015 cum laude afgerond. In 2016 is Vincent als junior consultant toegetreden tot het team van Sman Business Value.
Meer over Vincent Walrave >