Toepassing van een NAI-bindend advies in de wettelijke geschillenregeling
Partners van Sman Business Value zijn met regelmaat als arbiter, bindend adviseur of deskundige betrokken in procedures bij het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI). In een hoog oplopende familieruzie gebruikten partijen recentelijk de NAI-bindend advies-procedure om een versnelling te bewerkstelligen in een gerechtelijke geschillenprocedure.
Geschillenregeling
De wettelijke geschillenregeling biedt een aandeelhouder de mogelijkheid uitgekocht te worden. Op grond van artikel 2:343 BW kan een aandeelhouder die door gedragingen van één of meer mede-aandeelhouders zodanig in zijn rechten of belangen is geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhoudersschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd, tegen de mede-aandeelhouders een vordering instellen, inhoudende dat zijn aandelen worden overgenomen. Deze vordering kan ook tegen de vennootschap zelf worden ingesteld. Een nadeel van de geschillenregeling is dat deze een lange doorlooptijd kan hebben.
Casus
In de onderhavige casus is sprake van een vastgoedvennootschap, waarvan de aandelen voor ieder 50% gehouden worden door twee broers. Zij vormen ook de directie van de vennootschap. De verhoudingen tussen hen beiden is ernstig en onherstelbaar verstoord.
In dit kader is door een van de aandeelhouders een gerechtelijke geschillenprocedure geëntameerd. De andere aandeelhouder onderschrijft de tegen hem ingestelde vordering, voor zover deze ertoe strekt dat hij het aandelenbelang van zijn broer zal overnemen, en refereert zich aan het oordeel van de rechtbank dienaangaande. Deze aandeelhouder heeft zelfs een voorwaardelijke eis in reconventie ingesteld, die strekt tot hetzelfde (overname van het aandelenbelang van zijn mede-aandeelhouder), waarbij de voorwaarde bestaat uit het intrekken van de conventionele vordering door zijn broer.
Deze procedure staat binnen circa zes maanden voor mondelinge behandeling, en het is partijen duidelijk dat de rechtbank uiteindelijk de gevorderde uittreding, ‘linksom dan wel rechtsom’, zal gaan toewijzen. Partijen wensen de procedure ex-artikel 2:343 BW zo spoedig als mogelijk af te ronden, zodat zij daarna van elkaar zijn verlost.
De logische vervolgstap in de procedure zou zijn dat de rechtbank, na de mondelinge behandeling en na het wijzen van een tussenvonnis, een gerechtelijk deskundige benoemt ter advisering over de waarde van de aandelen. Want ook over die waarde zijn de beide aandeelhouders het niet eens. Het was voorzienbaar dat dit traject nog een zeer geruime tijd in beslag zou gaan nemen. Gelet op de verstoorde verhoudingen en de patstelling binnen de directie was de voorziene lange tijdsduur schadelijk voor de vennootschap.
Een van de weinige punten waarin partijen elkaar konden vinden was de constatering dat zij beter eerder dan later uit elkaar konden gaan. Tegelijkertijd werd door hen groot belang gehecht aan het gerechtelijk oordeel over het ontstane geschil en de verwijten die zij elkaar maakten, alsmede over de onafhankelijke prijsbepaling.
(Niet) bindend advies
Beide partijen kwamen in dat kader overeen om via een bindend-adviesaanvraag bij het NAI een bindend adviseur te verzoeken om een onafhankelijke waardering van het aandelenbelang. Een NAI bindend advies-procedure is qua procedure grotendeels gelijk aan de NAI arbitrage-bodemprocedure. De bindend adviseurs moeten onpartijdig en onafhankelijk zijn. Deze opdracht werd uitgevoerd door Sman Business Value.
Bijzonder daarbij was dat partijen overeenkwamen dat het gevraagde ‘bindend advies’ tussen hen niet als zodanig zal gelden. Het werd derhalve een ‘niet-bindend bindend advies’. Partijen kwamen overeen dat zij het gevraagde advies zullen overleggen aan de rechtbank in de procedure ex artikel 2:343 BW en de rechtbank zullen verzoeken zich uit te speken over de voorwaarden waaronder de ene partij gehouden is de aandelen die de andere partij houdt in de gezamenlijke vennootschap over te nemen. Het is daarmee de rechter die de prijs van de over te nemen aandelen vaststelt.
Het bindend advies was tijdig gereed en kon door partijen in de procedure worden ingebracht voorafgaand aan de reeds geplande mondelinge behandeling. Partijen bewerkstelligden hierdoor een aanmerkelijke versnelling in de geschillenprocedure, met tegelijkertijd defacto dezelfde waarborgen als bij een benoeming van een gerechtelijk deskundige.
Geschreven door Guido Rooijackers
Indien u meer informatie wilt over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Guido Rooijackers. Hij is bereikbaar via
e-mail en +31 (0)20 3338630.
Guido Rooijackers (1970) is financiële bedrijfseconoom, register controller en register valuator. Guido Rooijackers treedt veelvuldig op als (gerechtelijk) deskundige op het gebied van ondernemingswaardering en economische schadebepaling, onder andere voor de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam.
Meer over Guido Rooijackers >