Aansprakelijk voor faillissement door slecht businessplan?

Een juist gestarte onderneming in de bloembollensector gaat failliet, en oprichters (financiers, aandeelhouders) lijden schade. Zij klagen de directeur (tevens medeoprichter en medeaandeelhouder) aan, en stellen dat deze tevoren wist dat de onderneming niet levensvatbaar zou zijn. Sman Business Value werd door het Hof Amsterdam benoemd als gerechtelijk deskundige om de vraag te beantwoorden of het businessplan zodanig slecht was, dat een faillissement al van meet af aan onvermijdelijk was.

De directeur heeft een businessplan uitgewerkt, waaruit blijkt dat een winstgevende exploitatie mogelijk zal zijn. Op basis daarvan stappen meerdere partijen in, waarbij niet alleen geld wordt ingebracht, maar ook toekomstige oogsten, materiaal en materieel. De bank stelt op basis van het plan (en, belangrijker, door oprichtende partijen gestelde zekerheden) een ruim krediet ter beschikking.

Faillissement

In de maanden na oprichting wordt het businessplan niet gevolgd. Investeringen en kosten vallen hoger uit, en oogsten en gerealiseerde prijzen vallen tegen. Uiteindelijk gaat de onderneming failliet.

Klagers menen dat de directeur van meet af aan de zaken te rooskleurig heeft voorgespiegeld, en dat hij als doel had om zichzelf gedurende het korte bestaan zoveel mogelijk te verrijken. Klagers brengen een rapport in van een agrarisch deskundige, die scherpe inhoudelijke kritiek levert op het businessplan.

Gerechtelijk deskundige

Wij worden door het Hof Amsterdam benoemd als gerechtelijk deskundige om de vraag te beantwoorden of het businessplan zodanig slecht was, dat een faillissement al van meet af aan onafwendbaar zou zijn.

Onze ervaring leert dat businessplannen van startende ondernemingen nooit (precies) worden uitgevoerd zoals bedacht. De werkelijkheid is een harde leermeester, en ondernemers overleven door aanpassingen, waardoor niet zelden na enige tijd niets meer van het oorspronkelijke plan herkenbaar is. Ook zijn deconfitures geen uitzondering. Het feit dat het businessplan niet werd gevolgd, en dat een faillissement is opgetreden, is op zich geen grond om aan te nemen dat het faillissement van meet af aan onafwendbaar was. Afwijkingen in de uitvoering kunnen aantonen dat de werkelijkheid verschilde van de op zich mogelijk correcte verwachtingen in de planfase. De agrarische sector kent nu eenmaal vele oorzaken voor oogstverschillen en volatiele prijsvorming.

Ons onderzoek heeft zich primair gericht op de onderbouwing van het businessplan. Wij stelden vast dat de uitgangspunten ten aanzien van hoeveelheden en prijsvorming gemiddeld genomen niet onredelijk waren. Dit was ook te verwachten, aangezien alle betrokkenen goed ingevoerd zijn in de sector. Niet reële aannames zouden vooraf zijn onderkend. Het door klagers ingebrachte rapport van een agrarisch deskundige hebben wij nauwkeurig overwogen. Het bevatte onder meer kritiek op de omvang van de investeringen en kosten die in het businessplan waren opgenomen. Volgens het rapport was zeker dat deze niet toereikend zouden zijn. Als onderdeel van ons onderzoek hebben wij volgens het rapport dat door de klagers was ingebracht wél realistische kosten en investeringen ingevoerd in het oorspronkelijke businessplan. Uit de doorrekening bleek niet dat bij de gestelde hogere investeringen en kosten ondubbelzinnig sprake was van een onhaalbaar businessplan.

Wij concludeerden dat het businessplan niet op voorhand onhaalbaar was.




Peter Hoiting

Geschreven door Peter Hoiting

Indien u meer informatie wilt over dit onderwerp, kunt u contact opnemen met Peter Hoiting. Hij is bereikbaar via e-mail en +31 (0)20 3338630.

Peter Hoiting (1953) is Register Accountant en Register Valuator en was sinds 2005 tot en met oktober 2021 partner bij Sman Business Value. Na zijn uittreden uit de maatschap blijft hij werkzaam als adviseur ten behoeve van Sman Business Value.
Meer over Peter Hoiting >